De Russische revolutie

Wat is de Russische revolutie?
De Russische revolutie was een grote verandering in korte tijd in Rusland in de eerste jaren van de twintigste eeuw. Er was eigenlijk sprake van een reeks van revoluties.
 
Wat gebeurde er allemaal in de Russische revolutie?
Bij de februari revolutie in 1917 werd de tsaar afgezet en kwam er een Voorlopige Regering. De voorlopige regering was sinds 15 maart 1917 de officiële regering van Rusland. Tsaar Nicolaas II was afgetreden en de macht ging over naar de Doema. De Doema stelde de Voorlopige regering in. Prins Lvov was de premier maar later nam Kerenski, een socialist, de leiding over. De sovjet van arbeiders en soldaten steunde de Voorlopige regering maar hield daar al snel mee op. Kerenski wilde namelijk de oorlog met Duitsland voortzetten en dat zag de sovjet van arbeiders en soldaten niet echt zitten. de Sovjet ging de Bolsjewieken steunen die in november de macht overnamen. De machtsovername gebeurde onder leiding van Vladimir Lenin. Deze machtsovername door de Bolsjewieken wordt de Oktoberrevolutie genoemd. Na de Oktoberrevolutie kwam er een burgeroorlog tussen de Roden en de Witten. De Roden waren de Bolsjewieken en de Communisten en de Witten waren de Liberalen, Mensjewieken, en de Sociaal-Revolutionairen (een linkse partij). De burgeroorlog (25 oktober 1917- 25 oktober 1922) verliep zeer slecht voor de Roden. Veel buitenlandse legers streden tegen het rode leger zoals de geallieerden en het Pro-Duitse leger. De Witten namen heel Oekraïne, Siberië, het zuidoosten, het westen en noordwesten in bezit. De Bolsjewieken wonnen de oorlog. Daardoor kwam de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken aan de macht (USSR). De Bolsjewieken die aan de macht waren gekomen wilden een herstructurering van de maatschappij en de economie. Het was hun doel een wereldrevolutie tot stand te brengen.
 
Februarirevolutie
De februari revolutie (ook wel democratische Bourgeoisie12 revolutie) vond plaats in het jaar 1917 en wordt gezien als het begin van de Russische revolutie. Dit was een revolutie van het Russische volk tegen het regime van Tsaar Nicolaas II. Deze Tsaar had alle macht. Het Russische parlement de Doema, had weinig te vertellen. De februari revolutie had natuurlijk een reden om te beginnen. Rusland deed namelijk mee aan de Eerste Wereldoorlog en vocht met Duitsland. Er was niet voldoende eten en drinken voor de soldaten en ook de capaciteit om wapens en munitie te maken werd steeds kleiner. Ook waren er in de kampen allemaal ziekten aanwezig. Dit leidde ertoe dat er veel Russische slachtoffers vielen en ze veel nederlagen te verduren kregen. Dit leidde ertoe dat de bevolking erg ontevreden werd. Voor de bevolking kwam er steeds minder voedsel, kleding en brandstof en de prijzen van de producten stegen enorm. Het tekort aan voedsel kwam door de oorlog met Duitsland die slecht ging. Rusland verloor veel land aan Duitsland en de Duitsers trokken steeds verder Rusland binnen. Hierdoor ging veel landbouwgrond verloren en kwam er een tekort aan voedsel. De bevolking wilde nu dat de oorlog met Duitsland zou stoppen.
 
Op 9 januari 1917 gingen vele mensen staken tegen de slechte omstandigheden. Onder slechte omstandigheden verstaan we de tekorten aan kleding, voedsel, brandstof en ook brood. Soms moesten mensen een hele nacht in de rij staan voor een brood. Soms kregen ze na uren gewacht te hebben te horen dat er geen brood meer was.
 
Op 23 februari, internationale vrouwendag, gingen heel veel vrouwen staken. Ze staakten voor gelijke rechten. De stakingen vonden plaats in Petrograd. (Petrograd was het voormalige Sint-
Petersburg, het heette zo van 1914-1924 omdat Rusland in oorlog was met Duitsland en Sint-Petersburg vonden ze te Duits klinken, daarna werd het veranderd in Petrograd). De stakers staakten ook tegen het broodtekort. Ze overtuigden de mannen om mee te staken en uiteindelijk waren er zo’n 100.000 stakers. Maar het staken ging natuurlijk niet zonder problemen. Politieagenten probeerden de stakers terug te dringen. Een deel van de demonstranten luisterde naar de politie en ging naar huis, maar een ander deel bleef toch doorgaan met staken. De reactie van de autoriteiten daarop was dat ze de kozakken (ruiters in het Russische leger) naar hen toe stuurden.
De volgende dag gingen er weer mensen staken. Deze keer hadden sommige stakers ook wapens bij zich (niet echt wapens zoals geweren maar wapens als bijvoorbeeld messen). Er waren ongeveer 150.000 demonstranten. Maar de demonstranten werden weer aangevallen door de Kozakken. 
 
De volgende dag, 25 februari gingen er nog meer mensen staken. 200.000 mensen gingen de straat op. Veel winkels waren gesloten en mensen schreeuwen om vrede en brood en ze wilden dat de Tsaar zou vertrekken. De politie probeerde weer de stakers tegen te houden. Ook de Kozakken blokkeerden de weg. Toch was er een lichtpuntje voor de stakers. Een deel van de soldaten sloot zich bij hen aan. Ook waren er soldaten die weigerden op het leger te schieten of ze schoten expres de verkeerde kant op. 
 
Op 26 februari bezetten de politie en de soldaten die de demonstranten niet steunden, alle kruispunten in Petrograd. Op diezelfde dag werd in de ochtend de Doema opgeheven door Tsaar Nicolaas II. Dit zorgde ervoor dat mensen weer gingen staken en vechten tegen het leger. Demonstranten werden onder vuur gehouden en er vielen honderden doden. Steeds meer soldaten kozen de kant van de demonstranten, de bevolking. Door al deze muiterijen was op 27 februari de regering bijna machteloos. De demonstranten vielen arsenalen aan (gebouwen waar wapens en munitie worden gemaakt) en ze kregen duizenden wapens in handen. Ook vielen ze wapenfabrieken aan waar ze nog zo’n 100.000 wapens kregen. Ook werden er politiegebouwen in brand gestoken en gevangenen werden weer vrijgelaten. Ook braken ze in, in winkels en huizen van de rijken. De politiecommandant riep tegen de politiemannen dat ze de demonstranten moesten aanvallen. Toen zei de legeraanvoerder dat ze de politie moesten aanvallen. En dat gebeurde. De politiemannen werden overmeesterd en de demonstranten hadden vrij spel. Symbolen van de monarchie13 werden van gebouwen gesloopt en alles wat aan de Tsaar deed denken werd vernietigd en verbrand. Uiteindelijk werd de Petrogradse Sovjet opgericht. De Petrogradse Sovjet en de Doema sloten samen een overeenkomst waarbij de Doema toestemming gaf om een regering op te richten. De Petrogradse Sovjet had een aantal eisen:
1) onmiddellijke amnestie14 voor alle politieke gevangen
2) onmiddellijke vrijheid van meningsuiting, van vergadering, en persvrijheid
3) onmiddellijke afschaffing van alle beperkingen gebaseerd op klasse, religie en nationaliteit.
4) onmiddellijke voorbereidingen voor de bijeenroeping van een Constituante15, gekozen door middel van viervoudig kiesrecht (universeel, rechtstreeks, geheim en gelijk) om de regeringsvorm en de grondwet van het land te bepalen
5) afschaffing van alle politieorganisaties en in plaats daarvan de oprichting van een volksmilitie met gekozen officieren die verantwoording schuldig zijn aan de organen van lokaal zelfbestuur
6) verkiezingen van deze organen door middel van viervoudig kiesrecht
7) garanties dat de legereenheden die hebben deelgenomen aan de revolutie niet ontwapend of naar het front gestuurd zullen worden
8) erkenning van volledige burgerrechten buiten dienst.
Op 1 maart werd de voorlopige regering gevormd. Prins Lvov was de premier. De voorlopige regering werd gevormd omdat tsaar Nicolaas II moest aftreden. Tsaar Nicolaas II moest gedwongen afstand doen van de troon. Nicolaas vond dat zijn jongere broer Michail toen op de troon moest. Dat kon alleen niet omdat volgens de wet zijn oudste zoon op de troon moet. Toen de bevolking hoorde dat Michail misschien de Tsaar zou worden gingen ze weer demonstreren. Daarom weigerde Michail om op de troon te gaan zitten.
 
De Doema stelde dus een Voorlopige Regering in en het grootste deel van de Russische bevolking was blij met de val van de monarchie. De voorlopige regering voerde vrijheid van meningsuiting, pers en vergadering in. De doodstraf werd afgeschaft en mannen en vrouwen kregen allebei stemrecht. Ook werden er voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen. De leiding was bij prins Lvov maar later nam Kerenski de leiding over.
Maar omdat Kerenski de oorlog met Duitsland bleef steunen besloot de Sovjet van arbeiders en soldaten de voorlopige regering niet meer te steunen en zij gingen de Bolsjewieken steunen.
In veel fabrieken in Rusland werden fabriekscomités opgericht. Deze comités zorgden ervoor dat het goed ging met de productie van de fabrieken en dat ze niet zomaar zouden sluiten. Fabrieken werden toen vaak bestuurd door de fabriekscomités en de eigenaar samen. Ook op het land veranderde er veel. Boeren onteigenden stukken land en gaven het aan de dorpsraad. Soms ontstonden er gevechten tussen dorpen over de verdeling van het land, maar die werden altijd opgelost door arbitrage16. De voorlopige regering liet landcomités oprichten die werden gekozen door de Boeren. Deze landcomités zouden de orde op het platteland bewaren en het land weer herverdelen.
 
De Petrogradse Sovjet deed een oproep: aan alle volkeren ter wereld en ze pleitten voor vrede zonder annexaties17 of schadeloosstelling. De voorlopige regering vond dit een goed idee en steunde de Petrogradse Sovjet hierin. Ze namen dus afstand van de imperialistische18 doeleinden van het voormalige tsaristische regime. De Voorlopige Regering stuurde een verklaring met een pleidooi voor vrede naar de ambassades van alle oorlogvoerende landen. Er was alleen een man het niet eens met dit pleidooi. Hij heet Pavel Miljoekov en toen de voorlopig regering het pleidooi naar de andere landen stuurde, stuurde hij er nog iets bij: hij schreef bij het pleidooi: ‘Rusland streeft nog steeds naar volledige overwinning. Toen de bevolking erachter kwam dat hij dat erbij had geschreven braken er weer demonstraties uit. Ook kwamen er gevechten tussen voorstanders en tegenstanders van de oorlog. Miljoekov werd door de Voorlopige Regering ontslagen.
 
Lenin, die eerst in ballingschap in het buitenland had gezeten, kwam in april 1917 met Duitse hulp naar Rusland terug. Duitsland hoopte dat Lenin mee kon helpen aan het vrede sluiten. Hij maakte direct zijn aprilstellingen bekend:
1. Alle grond aan de boeren.
2. Alle macht aan de Sovjets.
3. Alle fabrieken aan de arbeiders.
4. Vrede met Duitsland. 
 

Julidagen:
Toen kwamen de Julidagen. Dit waren gewapende opstanden tussen 3 en 7 juli 1917. Soldaten en arbeiders gingen de straten op. Het Bolsjewistische bestuur wilde eerst dat de demonstraties stopten maar een dag later, op 4 juli, deden ze zelf ook mee aan de demonstraties. Een groep opstandelingen gingen naar Lenin om te vragen of hij vond dat de opstand gestopt moest worden of niet. Eerst wilde hij niet spreken maar werd daarna wel overgehaald. Uit zijn toespraak, die maar een paar seconden duurde, werd niet duidelijk wat Lenin er nou precies van vond. Daarom gingen de opstandelingen
naar het Taurische paleis maar daar werden ze beschoten en vielen er enkelen doden. Op 5 juli publiceerde Lenin een artikel waarin stond dat de opstand beëindigd moest worden.
 
Kornilov Affaire:
Na de julidagen kwam de Kornilov Affaire. Hierin probeerde Larn Kornilov de macht te grijpen in Rusland. Deze mislukte staatsgreep speelde af tussen de februari revolutie en de oktober revolutie. Kornilov die opperbevelhebber was van het leger vond dat een militaire dictatuur nodig was om de orde te herstellen. Hij pleegde een staatsgreep maar deze mislukte.
 
De Oktoberrevolutie:
De Oktoberrevolutie is een politieke revolutie die net als de februari revolutie in Petrograd afspeelde in het jaar 1917. Vladimir Lenin, leider van de Bolsjewieken die jaren in ballingschap in Duitsland leefde werd Rusland binnen gesmokkeld. Lenin had verschillende stellingen doe hij wilde doorvoeren, de aprilstellingen.
Lenin wilde een staatsgreep plegen waarin hij de macht probeerde te krijgen. Dit wilde hij doen voor de tweede Al-Russische congres van de Sovjets. Maar veel mensen wilden wachten met de staatsgreep tot dat de Al-Russische congres van de Sovjets was geweest. Lenin schreef toen een brief aan hen en hij noemde ze: ‘zielige verraders van de proletarische19 zaak’. Lenin zei dat wanneer ze er niet mee instemden om de opstand te starten, hij uit de partijleiding zou stappen. Het Al-Russische congres werd uitgesteld tot 25 oktober.
 
Op 24 oktober kwam er een opstand van de Bolsjewieken. Laat in de avond zetten ze wegversperringen neer en ze patrouilleerden met pantserwagens. Op 25 oktober hadden ze al vele gebouwen bezet zoals treinstations en banken. Op diezelfde dag ging Lenin naar het Smolny Instituut. Daar zou die dag het congres plaatsvinden. Eerst kwam hij niet binnen maar doordat hij later met een grote groep meeliep kwam hij toch binnen. Hier wilde Lenin voordat het congres zou beginnen de macht grijpen. Ook in het Winterpaleis, waar de Voorlopige Regering zat, werd iedereen weggejaagd. De Bolsjewieken veroverden het Winterpaleis en kwamen met Lenin aan de macht. Ook in de rest van Rusland ontstonden er gevechten. De vakbond van het spoorwegpersoneel eiste van de Bolsjewieken dat ze ook Mensjewieken en Sociaal Revolutionairen in de regering zouden opnemen. Eerst wilden de Bolsjewieken dit niet maar door verschillende tegenslagen moesten ze er toch mee instemmen. Maar nadat het na een tijdje weer beter ging met de Bolsjewieken en zij een censuur stichtten, kwam daar niks meer van terecht. Lenin arresteerde allemaal protestanten en op die manier werd er een eind gemaakt aan de revolutie en de opstanden. De Bolsjewieken hadden de macht gegrepen. 
 

De burgeroorlog
Alle Russische revoluties zorgden ervoor dat er geen Tsaar meer aan de macht was. Deze was namelijk afgezet en er kwam een voorlopige regering voor in de plaats. De Bolsjewieken hadden daarna de macht gegrepen. Nadat zij de macht hadden gegrepen kwamen zij in oorlog met de tegenstanders van het Bolsjewisme. De tegenstanders vormden samen het Witte leger. Er deden ook allemaal buitenlandse legers mee die zich hadden aangesloten bij het Witte leger en dus streden tegen het Rode leger. Na een lange strijd wonnen uiteindelijk de Roden, de bolsjewieken dus. Zij
wonnen doordat ze een groter en een beter georganiseerd leger hadden. De Witten hadden wel enkele steden veroverd maar die werden dan later werd door de Roden ingenomen. In 1922 eindigde de Russische Burgeroorlog en werd de Sovjet-Unie opgericht

 

 

Sovjet-Unie 

Tsaar Nicolaas II

Tsaar

Februari revolutie

Julidagen 

Oktoberrevolutie 

Stalin

Lenin

Lenin

Stalin

Maak jouw eigen website met JouwWeb