John Reed

Volledige naam: John Reed 

geboren: 22 oktober 1887 , Portland 

gestorven: 19 oktober 1920 , Moskou

John Reed werd geboren op 22 oktober 1887 in Portland, in Amerika. John Reed studeerde in Amerika aan de Harvard-Universiteit en werd journalist. Al snel werd hij een van de beste verslaggevers van Amerika. In 1916 trok hij naar Mexico om verslaggever te worden in de Mexicaanse oorlog. John Reed was een communist en in 1917 ging hij naar Rusland om de revolutie op de voet te volgen. Tijdens de Russische revolutie schreef hij het boek: 'ten days that shook the world’. In het Nederlands vertaald: 'tien dagen die de wereld deden wankelen'. Reed was onder de indruk van de Russische Revolutie en vooral van Vladimir Lenin. Het boek gaat over de gebeurtenissen in Petrograd, tijdens de oktober revolutie. Het boek werd geschreven tijdens de revolutie zelf en Reed was overal bij. Hij heeft voor het grootste deel zijn eigen aantekeningen gebruikt die hij tijdens de revolutie maakte. In het boek verteld hij ook hoe hij aan het praten was met verschillende mensen. Ook heeft hij gebruik gemaakt van verslagen van anderen.  
John Reed was voor de Bolsjewieken en onder de indruk van Vladimir Lenin. Stalin was alleen niet zo blij met Reed en zijn boek. Stalins naam kwam namelijk maar twee keer heel onopvallend in het boek voor, terwijl zijn aartsvijand Trotski wel behoorlijk in het boek aanwezig was. Dat was dan ook de reden dat Stalin het boek in 1924 verbood. 
In 1926 gaf de Britse Communistische partij het boek opnieuw uit, maar dan zonder dat Trotski erin voorkwam en zonder het voorwoord van Lenin. Dit deden ze om Stalin tevreden te stellen. 
  
Josephine heeft het boek gelezen en geprobeerd om er belangrijke zaken uit te halen die te maken hebben met beeldvorming. 
 
Verslag van het boek: 
Het boek begint met een inleiding die geschreven is door Lenin. In deze inleiding zien we dat Lenin erg enthousiast was over het boek. Hij zegt dat hij het boek aan alle arbeiders over de hele wereld aanraadt en dat hij vindt dat het een heel goed beeld geeft van gebeurtenissen in de revolutie. 
 
Na deze inleiding is er een voorwoord van John Reed zelf waarin hij schrijft hoe hij aan de informatie kwam en waarom hij het heeft geschreven. Hij schrijft dat het boek bijna volledig is geschreven uit zijn eigen aantekeningen die hij heeft gemaakt tijdens de revolutie, maar dat hij ook een aantal verslagen van anderen heeft bekeken om er een goed verhaal van te maken.
 
Hierna komt er een overzicht van alle politieke partijen en volksorganisaties die actief waren tijdens de revolutie. Wijzelf hebben dit ook gebruikt in ons werkstuk in het hoofdstuk van de groepen, omdat ik vind dat het heel duidelijk is, veel beter dan artikeltjes op internet. Wel vind ik het opvallend dat Stalin hier nergens genoemd word, terwijl Trotski en Lenin er al wel in voor komen. 
 
Dan begint het verhaal echt, John Reed begint in september 1917. Op dat moment was er nog veel armoede en honger en voor eten moest je in de rij staan. John Reed verbleef in die tijd in Petrograd bij een gezin dat daar woonde en daardoor ervaarde hij hoe ernstig de toestanden waren. In die tijd was de voorlopige regering nog aan de macht, met als leider Kerenski. In het eerste hoofdstuk beschrijft hij de achtergronden, dus wat op dat moment de situatie was in Rusland. In het tweede hoofdstuk begint er wat te gebeuren. Kornilov trok naar Petrograd om zichzelf uit te roepen tot dictator. Dit mislukte, want hij werd gearresteerd door de soldatencomités. Daarna wordt beschreven dat de bolsjewieken in het Smolny-instituut bijeenkwamen om te vergaderen.  John Reed was daarbij en interviewde een aantal van de aanwezigen. Ook sprak hij met Trotski en uit het boek wordt heel erg duidelijk dat dat zijn favoriete gesprekspartner was. Na de vergadering van de bolsjewieken ontstond er een conflict tussen voorlopige regering met Kerenski en de bolsjewieken. Uiteindelijk nemen de bolsjewieken de macht over. Daarna, op 7 november, kwam de revolutie. Dit wordt beschreven in het derde hoofdstuk, dat gaat over de vooravond van de revolutie. John Reed loopt rond in de stad en daar praat hij met wat mensen en soldaten. Hij komt er daarachter dat de
regering niet meer bestaat. Steeds als hij op straat loopt, ziet hij pamfletten hangen die mensen iets duidelijk willen maken. Hij beschrijft deze allemaal in zijn boek. 
 
Toen de revolutie dus was begonnen, werden alle ministers van de voorlopige regering gemarteld en opgesloten in de Petrus- en Paulus vesting, dit was de gevangenis van Petrograd. De enige die wel ontsnapte was Kerenski. Doordat John Reed beschrijft hoe hij rondloopt en hoe het er op straat aan toe gaat, kan ik me wel een goed beeld vormen van hoe het er aan toe ging in het dagelijks leven in die tijd. Doordat hij er zelf bij is geweest, is het boeiend om te lezen. 
 
De revolutionairen, dus Lenin en de bolsjewieken, vroegen aan alle militaire groepen of ze de strijd konden beëindigen. Ze kregen geen antwoord, dus Lenin vaardigde het decreet uit waarin stond dat privé- en grootgrondbezit werd opgeheven. Toen, op 8 november, werd de bolsjewistische regering bekend gemaakt. De voorzitter was Lenin. John Reed zegt dat er bij de namen Lenin en Trotski vooral veel applaus was, dit bewijst ook wel dat hij behoorlijk positief was over hen. In die lijst wordt Stalin voor het eerst genoemd, helemaal onderaan. 
Op 9 november verklaarden Kerenski dat de bolsjewistische regering onwettig was. Vanaf toen wilde niemand meer met de bolsjewieken samenwerken. Toen was Rusland heel erg verdeeld, en dat zorgde voor onrust. De rode gardisten hadden de kranten van de bourgeoisie verboden, zodat zij de enigen waren die nog nieuws konden verspreiden. Dat is natuurlijk ook weer een voorbeeld van manipulatie, want de rode gardisten konden bepaalde dingen weglaten en alleen in de kranten zetten wat zij wilden dat erin stond om het volk te manipuleren. 
 
In hoofdstuk 10 beschrijft John Reed de gebeurtenissen in Moskou. Vanaf 10 november waren er continu gevechten aan de gang tussen de contrarevolutionairen (junkers) en de revolutionairen (rode garde). Het boek beschrijft dat het een groot bloedbad was. Op 14 november gaven de junkers zich over en vanaf toen was Moskou van de bolsjewieken. 
John Reed sluit zijn boek af met het boerencongres dat bijeenkwam in Petrograd op 18 november. De boeren waren eerst tegen de regering, maar ze sloten toch een compromis met de Sovjets en toen besloot het centraal uitvoerend comité om alle macht aan de arbeiders te geven, en zo ontstond de eerste proletarische arbeidersstaat.
Conclusie: 
Dat was het einde van 10 dagen die de wereld deden wankelen. Ik vond dat het boek, hoewel ik het taalgebruik soms niet helemaal snapte, best een goed beeld gaf van de gebeurtenissen. Vooral omdat hij overal op de eerste rij bij zat en overal rondliep en willekeurige mensen aansprak en hun meningen in het boek beschreef. John Reed was een bolsjewiek, daarom is het dus de vraag of alles helemaal klopt volgens wat hij in zijn boek beschrijft. Hij is heel lovend over de bolsjewieken, wat best logisch is, en schrijft daar dus veel over. Maar over de andere groepen is hij vooral negatief. Ook heeft hij een aantal dingen weggelaten in zijn boek, die eigenlijk wel gebeurd zijn. Een voorbeeld is dat hij zegt dat de revolutie zich vooral in de vergaderzalen afspeelde, terwijl het natuurlijk eigenlijk op straat was door middel van gevechten door het volk. 
Ik denk niet dat het boek heel erg betrouwbaar is als je alle feiten wil onderzoeken, maar dat het wel een goed beeld geeft van de toestanden in die tijd in Rusland.

 

John Reed

Het boek : 'tien dagen die de wereld deden wankelen'.